Instapregime
Een instapregime geeft aan waar reizigers mogen instappen in een voertuig. Er zijn twee varianten te onderscheiden:
- Gesloten instapregime: Er mag uitsluitend worden ingestapt door de deur ter hoogte van de bestuurder of conducteur, waar een vervoersbewijs gekocht dient te worden of een geldig vervoerbewijs getoond, afgestempeld of ingecheckt dient te worden.
- Open instapregime: Er mag door (bijna) alle deuren ingestapt worden. De reizigers zijn zelf verantwoordelijk voor het in bezit zijn van een geldig vervoersbewijs, door middel van:
- het inchecken met de OV-chipkaart of (digitale) bankpas;
- het kopen van een vervoersbewijs bij de bestuurder of conducteur, kaartautomaat of OV-verkooppunt.
In Nederland geldt een open instapregime bij:
- alle tramlijnen van de RET en HTM in Rotterdam en Den Haag, inclusief RandstadRail;
- de tramlijnen in Amsterdam die worden uitgevoerd met het 15G-materieel;
- de stadsdienst van Almere (allGo);
- buslijn 28 van U-OV;
- de buslijnen van het Schipholnet binnen de grenzen van Schiphol;
- buslijn 300 van R-net tussen Haarlem en Amsterdam en buslijn 397 van R-net tussen Nieuw-Vennep en Schiphol;
- buslijn 1, buslijn 2, buslijn 11 en buslijn 15 van Q-link in Groningen.
Bij de treinen en metro's, alsook de tramlijnen van U-OV in Utrecht, geldt een ander open instapregime: weliswaar mag bij alle deuren worden ingestapt, maar de reiziger moet bij het betreden van het perron reeds over een geldig vervoerbewijs beschikken. De meeste metro- en treinstations hebben daartoe poortjes om het station af te schermen.